Herinner je nog de gebeurtenissen van vorige week? Eva maakte zich zorgen om de gezondheid van Stan. Zelf doet hij steeds alsof er niets aan de hand is, maar toen viel hij bij gym ook nog eens flauw. Zegt dat je allemaal niks? Klik dan even op deze link, daar kun je het nog helemaal nalezen. Vandaag lezen we verder over Marit…
‘Is Stan al naar de dokter geweest?’ informeerde Marit belangstellend. Het moment dat Stan flauwviel tijdens de gymles stond haar nog vers in het geheugen.
‘Nee,’ mopperde Eva. ‘Volgens mij durft hij niet.’
Dat kon Marit op zich wel begrijpen, zijzelf vond het ook verschrikkelijk om naar de huisarts te gaan.
‘Hij wil aankijken of het beter gaat,’ ging Eva verder. ‘Afgelopen voorjaar was er veel stress en in de zomervakantie heeft hij veel gewerkt. Maar ik geloof er niks van.’
‘Stress?’ vroeg Marit. ‘Omdat het bijna uit was tussen jullie?’
‘Ook,’ antwoordde Eva, maar Marit merkte dat ze niet alles vertelde. Ach, dat gaf niet, iedereen mocht zo z’n geheimen hebben.
‘James is al net zo eigenwijs,’ verzuchtte ze, blij dat ze haar zorgen met iemand kon delen. ‘Hij ziet er de laatste tijd ook moe uit, zelfs Amy heeft me geappt of ik misschien meer weet. Hij schijnt meer dan normaal te slapen. Doet Stan dat ook?’
Eva haalde haar schouders op. ‘Geen idee. Zijn moeder heeft me er in ieder geval nog niet over geappt.’ Ze zei het laatste lachend.
Ook Marit grinnikte. ‘Maar iedere keer als ik ernaar vraag doet hij heel vaag,’ ging ze verder.
‘Irritant hoor, van die koppige vriendjes!’
Daar was Marit het helemaal mee eens. De rest van de fietstocht hadden ze het er niet meer over, maar vlak voor het afscheid viel Marit een goed idee in.
‘Als ik nou tegen Stan vertel dat hij naar de dokter moet gaan, app jij James dan? Misschien is het wel een kwestie van “vreemde ogen dwingen”.’
‘Hé, dat klinkt als een goed idee. Ik weet alleen niet zeker of ik James’ nummer nog heb, maar anders zorg je ervoor dat ik die krijg, toch?’
‘Natuurlijk!’
Ze had net haar fiets in de schuur gezet toen haar telefoon overging.
‘Met Marit,’ zei ze een beetje achterdochtig, ze had zichzelf niet de tijd gegund om te kijken wie er belde. Het was James.
‘Oké, m’n moeder heeft me gedwongen om naar de huisarts te gaan,’ begon hij het gesprek. ‘Gewoon gedwongen. Als ik niet zou gaan mocht ik deze week niet met jou videobellen, dan zou ze de stekker van de Wifi eruit trekken.’
Marit glimlachte. ‘Ze heeft groot gelijk.’
‘Wat?’
‘Je ziet er al weken slecht uit, lieverd. Maar goed … ben je al bij de dokter geweest?’
‘Yep.’
‘Wat zei hij?’
‘Nou … ik kreeg een bloedonderzoek, de uitslag is vanmiddag binnengekomen.’
Hij noemde de naam van een ziekte die Marit niet thuis kon brengen. Was het een onbekende ziekte of wist ze gewoon het Nederlandse woord hier niet voor?
‘Wat is dat?’
‘Oh … eh … het komt veel voor bij tieners,’ vertelde James. Dat hielp haar geen steek verder, maar James praatte al verder. ‘Jij moet het ook in de gaten houden, daarom bel ik je eigenlijk. De dokter denkt dat het weinig kwaad kan, omdat we elkaar niet zo vaak zien. Maar het leek hem toch goed als ik je op de hoogte ervan stelde.’
‘Waarom?’ Marit begreep er nog steeds weinig van.
‘Het staat ook wel bekend als de kissing disease,’ zei James ongeduldig.
O. Het was dus de ziekte van Pfeiffer, wist ze dat ook weer.
‘Oké. En … wat is het behandelplan?’
James zuchtte en ze kon zich precies voorstellen hoe hij erbij zat. Hij trok ongetwijfeld een zielig gezicht, terwijl hij een pluk van zijn iets te lange haar rond een vinger draaide. ‘Rust. Verder is er weinig tegen te doen. Het kan met een paar weken over zijn, maar kan ook langer duren. Ik hoop het niet, want anders kan ik m’n examens wel vergeten.’
Marit knikte, maar bedacht dat James het niet kon zien. ‘Laten we hopen dat het sneller overgaat!’ zei ze optimistisch. ‘Doe maar rustig aan.’
Weer een diepe zucht.
‘Laten we beginnen met dit telefoongesprek beëindigen, want ik heb ontzettend veel huiswerk gekregen.’
‘Oké. Succes. Dan bel ik je morgen nog wel.’
Zodra ze de telefoon had opgehangen stuurde ze een appje naar Eva. Als Stans ouders nou dezelfde tactiek handhaafden als James’ moeder, zou het goedkomen.
Al snel kreeg ze een appje van Eva terug: O, wat naar voor James, wens hem beterschap. En supergoed idee, ga z’n moeder meteen appen. We moeten wel een iets andere straf bedenken, maar dat komt vast goed. Thanks!
Niet veel later volgde een tweede appje. Misschien heeft Stan ook wel Pfeiffer, zal ‘m zelf ook even appen, dan durft hij vast wel naar de dokter, er zijn veel ergere dingen, toch?
-Precies!
Voordat ze aan haar huiswerk begon zocht ze even op internet op wat er te vinden was over de ziekte van Pfeiffer. De resultaten waren niet mals. Het kon echt heel lang duren als je niet voldoende rust nam. En zelfs dat was geen garantie voor een snel herstel. Snel klikte ze de websites weg en stortte zich op haar schoolwerk. Hopelijk kreeg zij het niet ook, ze zou niet weten hoe ze haar examenjaar op een goede manier moest afronden als ze de ziekte van Pfeiffer kreeg. De examens … brr, ze moest er nu nog niet aan denken. Hoe kon het toch dat de tijd steeds sneller leek te gaan?
Zouden ze iedere keer zoveel wiskundehuiswerk moeten maken? Dan bleef er geen tijd meer over voor haar andere huiswerk, laat staan schrijfwerk. Het duurde twee uur voordat Marit klaar was met alle sommen die ze moest maken. Ze wilde net met geschiedenis beginnen toen haar moeder riep dat het eten klaar was. Het bleef nog steeds een beetje onwennig, ook al woonde mam nu al bijna een halfjaar weer volledig thuis. Ze had wel gemerkt dat het écht beter ging met haar moeder, ze kon zich niet eens herinneren dat haar moeder ooit zo opgewekt was als nu. Natuurlijk had ze nog steeds haar mindere dagen, maar die had Marit zelf ook.
‘Ik heb jou niet eens thuis horen komen,’ zei mam, toen ze aan tafel schoof.
‘Klopt, u was in gesprek met de buurvrouw,’ antwoordde ze. ‘En ik had geen tijd voor een bakje thee. Echt … we krijgen iedere keer zo verschrikkelijk veel huiswerk.’
Pap ging voor in gebed en daarna schepte mam het eten op. ‘Lukt het wel een beetje met je huiswerk?’
‘Hm, het gaat. Ben superlang bezig geweest met wiskunde en moet nog drie vakken doen. En James belde vanmiddag nog.’
‘Tja, dan is het logisch dat je lang bezig bent met wiskunde,’ grapte pap. Marit wierp hem een boze blik toe, ze had even geen zin in flauwe opmerkingen.
‘Hij belde omdat hij naar de dokter is geweest. Hij heeft de ziekte van Pfeiffer. Dat gesprek was op zich heel leerzaam hoor,’ vulde ze aan. ‘Ik wist namelijk niet wat mononucleosis ofwel mono was, maar toen zei hij kissing disease en wist ik dat het Pfeiffer was.’
‘Oei, dat is best heftig,’ zei mam. ‘En kan heel lang duren.’
Marit knikte zielig. ‘En z’n dokter heeft gezegd dat ik het misschien ook kan krijgen. Ik hoop van niet, dat kan ik écht niet gebruiken. Niet dat het bij James opeens wel goed uitkomt, maar jullie snappen het idee.’
Pap en mam knikten.
‘Waarom kan jij het dan ook krijgen?’ wilde Samuël weten. ‘Is het besmettelijk? Kan ik het ook krijgen?’
Marit schudde haar hoofd. ‘Nee hoor. Je weet toch wat kissing betekent?’
‘Ja, zoenen. Maar wat is dat andere woord dan? Disease ofzo.’
‘Ziekte,’ vertaalde Marit. ‘Dus eigenlijk de zoenziekte.’
Samuël was snoeihard in zijn oordeel: ‘Dan is het je eigen schuld als je het krijgt. Jij wilt altijd met James zoenen.’
Wat denk je, zou Stan ook de ziekte van Pfeiffer hebben?
Liefs,
Mirjam
Kom me volgen op social media
Ik vond het wel even apart om te lezen dat Marits moeder weer gewoon thuis was en eigenlijk gewoon heel normaal deed! Echt superfijn dat het zo goed gaat met haar! Het zou inderdaad best kunnen dat Stan ook de ziekte van Pfeiffer heeft, ook al hoop ik natuurlijk van niet! Echt superzielig voor James dat hij de ziekte van Pfeiffer heeft! Hopelijk gaat het snel weer beter met hem! En ik zou, als ik Marit was, best wel een beetje verdrietig zijn dat ik niets zomaar naar James toe kan.. Lijkt me echt heel vervelend! Nou, we gaan zien hoe het afloopt met Stan en met James!
Ja hè, dat is voor Marit ergens ook nog steeds wennen, maar inmiddels is het volgens mij al ongeveer een halfjaar zo (ben ook de tijdlijn een beetje kwijt). Inderdaad erg sneu voor James, maar die dingen horen er (helaas) wel bij. Wat Stan heeft is nog eventjes afwachten…