Het is alweer een tijdje geleden dat er een schrijftip online kwam in de schrijftipreeks die ik baseer op deze tips van Writers write, maar vandaag is het zo ver: ik deel van alles en nog wat over setting. Voor mij ook een wat lastiger onderwerp, omdat ik vaak niet uitgebreid schrijf over de omgeving van mijn personages. Dus wie weet, leer ik er ook nog wat van 😉
Wat is setting?
De setting van je verhaal is de fysieke locatie en de tijd waarin je verhaal zich afspeelt. De omgeving, het tijdperk of het moment waarop het verhaal zich afspeelt, zijn allemaal onderdelen van de setting in een verhaal. Uit dit bericht heb ik een aantal belangrijke elementen rondom setting gehaald en ik loop ze één voor één langs, ook zal ik (waar dat mogelijk is) voorbeelden uit mijn boeken erbij halen om het punt duidelijker te maken.
- De plaats. Waar speelt het verhaal zich af? Dit kan natuurlijk van alles zijn, een planeet, een land, een stad, een gebouw of bijvoorbeeld een bos. Ik ben in mijn boeken (tot nu toe) vaak heel terughoudend in welke plaats het verhaal zich afspeelt. Soms gaan mijn personages wel naar bekende plaatsen, zoals Lynn, Maurits, Thomas en Rachel in Chaos, daar bezoeken ze Utrecht i.v.m. de open dag van de hogeschool. In mijn hoofd heb ik wel een idee waar de personages wonen, maar ik wil het voor de lezer graag ‘neutraal’ houden, op deze manier zou een van de personages zomaar bij jou in het dorp of in de stad kunnen wonen. Voor de personages uit de Samen! serie geldt natuurlijk wel dat er een Kastanjelaan in jouw dorp of stad moet zijn 😉
Maar in bijvoorbeeld No worries gaat Rachel naar de pabo en voor veel mensen is duidelijk dat ik het gebouw van Driestar Educatief heb gebruikt als plaats (ook met de studentenflat ernaast), toch heb ik het nergens genoemd, omdat ik dan eigenlijk ook Rachels woonplaats zou moeten noemen.
In mijn (nog niet gepucliceerde) verhaal over De stad, wordt wel heel duidelijk wat de woonplaats is van het personage, maar dat komt omdat het zich afspeelt in een andere wereld en de plaatsnamen hebben ook een betekenis. - De cultuur. Hoe is de heersende cultuur van belang voor de setting van het verhaal? Mijn boeken spelen zich toch wel een beetje af in de reformatorische cultuur en dat merk je aan bepaalde dingen die de personages (niet) doen. Voor jouw verhaal kan je nadenken hoe bepaalde wetten, taboes, sociale normen en waarden, politiek, sport, religie, onderwijs, oorlog of techniek bijdragen aan de setting van je verhaal.
- Tijdperk. In welk tijdperk speelt jouw verhaal zich af? Tijdens de Tweede Wereldoorlog? Tijdens de opkomst van het internet? Tijdens de coronacrisis? Wederom iets wat ik in mijn boeken zoveel mogelijk vermijd: jaartallen noemen. Zo blijven de boeken lang genoeg actueel. Ik heb destijds wel nagedacht of ik de coronacrisis in de Samen! serie moest verwerken, maar over het algemeen waren de fans daar niet zo over te spreken 😉 En ik ben blij dat ik het niet gedaan heb, dat zou het verhaal een stuk ingewikkelder hebben gemaakt. Maar het tijdperk doet veel met de setting voor je verhaal, zo hadden mensen tijdens de Tweede Wereldoorlog nog geen mobiele telefoons (duh) en kon je twintig jaar geleden ook niet zomaar iemand een appje sturen dat je onderweg was (wel een SMS geloof ik, maar dat kostte geld ;-))
- Geografie. Hoe ziet de geografische omgeving eruit? Zijn er bergen in je verhaal? Woestijnen? En welke dieren leven er? Al die dingen kleuren de achtergrond van het verhaal. Waar je opgroeit, vormt wie je bent. Ook dit is iets wat in mijn verhalen niet altijd even duidelijk naar voren komt (in De stad wel wat meer), maar mijn personages groeien op in een voor mij en mijn lezers bekende omgeving (Nederland). Het enige boek waar je meer las over de omgeving in het buitenland was Time-out. Hierin vertrekt Lynn voor een halfjaar naar Woking, het plaatsje waar ik zelf ook een aantal zomers als au pair heb gewerkt. Daarin zie je dat haar omgeving invloed heeft op de uiteindelijke keuzes die ze maakt (al heeft dat meer te maken met de personages en cultuur waarin ze terechtkomt).
- Dingen. Alle bezittingen van je personage, huisdieren, eigenlijk wordt hier alles mee bedoelt dat je personage kan aanraken, zien, horen, ruiken of proeven (waar zijn/haar zintuigen bij betrokken zijn). Voorbeeld uit mijn boeken: voor Lynn beïnvloeden muziekinstrumenten de loop van haar levensverhaal.
- Tijd. Hoe veel tijd speelt zich af tussen het begin van het verhaal en het einde? Dit kan een uur zijn (neem het boek 54 minuten van Marieke Nijkamp), een dag, een seizoen, een jaar of zelfs een heel leven. Om geen vergissingen te maken, kan het enorm helpen om een tijdlijn te maken. Dit doe ik zelf ook altijd bij de Samen! serie. Ik heb een kalender en weet wanneer iedereen jarig is, ik gebruik wel jaartallen om ervoor te zorgen dat alles kloppend is (Nienke is bijvoorbeeld op een vrijdag geboren, dan kan ze het jaar erop niet op maandag jarig zijn).
- Weersomstandigheden. Alle weersomstandigheden kan je gebruiken om de setting in je verhaal neer te zetten. Je kunt bijvoorbeeld weerdetails gebruiken als ‘foreshadowing’, dit gebruik ik in mijn Young Adults meestal niet, maar het is een optie. Bij mij heeft het weer meestal niet zoveel invloed op het verhaal, behalve dan dat personages weleens door de regen moeten fietsen 😉
Hoe kan je ervoor zorgen dat de setting het verhaal op gang brengt?
De volgende vijf manieren kunnen ervoor zorgen dat de setting je verhaal op gang brengt (en er zijn vast nog wel meer dingen te verzinnen).
- De setting kan iets onthullen wat eerst verborgen was. In mijn manuscript De stad wordt de stad Dozard omringd door bergen en een ondoordringbaar woud, daardoor is Dozard compleet afgesloten van de wereld en men denkt dat zij de enige overlevenden op de wereld zijn. Maar dan trekt het hoofdpersonage Kilian de bergen in en ontdekt hij dat er meer is…
- Creëer een dreiging van buitenaf voor de omgeving. Een storm kan een vredig stadje bedreigen, zodat het hoofdpersonage zijn doel om de marathon te lopen niet kan behalen. Of, in het geval van Rachel in No worries bedreigt een haast verplichte schoolreis haar financiële doelstellingen (haha, dat was het enige voorbeeld dat ik kon bedenken).
- Verwijder bezittingen of huisdieren. Als een personage iets verliest of iets wordt gestolen, heeft dat invloed op hun omgeving. Zo heb ik een manuscript op mijn computer (niet af) over Hanna & Niek (kun je kennen uit Vrije val), waarin de hond van Niek doodgaat en dat verandert een heleboel in zijn leven. Het is nog altijd mijn doel om dit manuscript te herschrijven (ik schreef het in 2015) en af te maken, dus veel meer details kan ik er niet over geven.
- Veranderingen in de samenleving. Bijvoorbeeld door een virus (dat kan ook een dreiging van buitenaf zijn), maar de meesten van ons hebben wel gezien hoe corona de samenleving compleet veranderde. Maar het kan ook zijn doordat er een nieuwe regering is gekozen in een land.
- Verhuis je personage naar een vreemde omgeving, zoals ik met Lynn gedaan heb in Time-out. Als Lynn niet naar Engeland was gegaan, zou er bijna geen verhaal zijn om te vertellen 😉
Zo, al met al is het een flink blogbericht geworden! Als je zelf schrijft, zou ik zeggen: doe er je voordeel mee. Ook voor mezelf was het een goede reminder om wat vaker na te denken over de setting van mijn verhalen en hoe die invloed kunnen hebben op de levens van de personages.
De opdracht voor deze keer: bedenk drie manieren waarop setting jouw verhaal kan beïnvloeden.
Liefs,
Mirjam
Ontdek meer van
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.