Het stukje wat je hieronder kunt lezen, bestaat al lang. De mensen die mij al wat langer kennen dan vandaag zullen het ook wel herkennen, aangezien het al eerder op een blog van mij heeft gestaan. Ook heb ik het vroeger eens op Facebook gepubliceerd. Het is geen lang verhaal, maar ik hoop dat je het ondanks dat toch erg leuk vindt!
‘Ik wil schrijver worden’, zei ik op een dag.
‘Schrijver?’ reageerde ik verbaasd.
‘Ja, schrijver’, zei ik, lichtelijk geïrriteerd, waarom begreep ik mezelf nu niet?
‘Je begrijpt jezelf niet, omdat je niet weet waarover je wilt schrijven’, was mijn reactie. Bah, waarom kon ik altijd mijn eigen gedachten lezen?
‘Ik weet het wel! Ik wil schrijven over ridders, kastelen en avonturen. En over onmogelijke liefdes, over het overwinnen van jezelf! Ik wil over alles schrijven!’ zei ik, ik hoopte dat ik het begreep.
‘Over alles?’ vroeg ik verbaasd.
Ik was verrast, het was gelukt, ik had mezelf versteld doen staan. ‘Ja, over alles, maar vooral over niets’, zei ik, heel tevreden. En vanaf die dag schreef ik over alles, maar vooral over niets.
Als ik het me nog goed herinner schreef ik dit stukje tijdens een les Duits in de vierde of vijfde klas. In de loop der jaren heb ik het wel een beetje aangepast en verbeterd, maar ik vind het zelf nog steeds erg leuk. Helemaal omdat ik pas jaren nadat ik de beslissing had genomen over ‘alles maar vooral over niets’ te schrijven mijn schrijfwerk serieus nam. Eigenlijk is dat nog maar sinds een halfjaar zo. Ook al heb ik voor die tijd al twee boeken gepubliceerd.
Gelukkig heb ik, voordat ik het schrijven als een serieuze bezigheid zag, al wel over van alles, maar vooral over niets geschreven. Daardoor heb ik het schrijven nu al een beetje onder de knie. Volgens een van mijn favoriete auteurs (Tonke Dragt) leer je goed schrijven eigenlijk alleen maar door het veel te doen.
Liefs,
Mirjam
Kom me volgen op social media