In het vorige hoofdstuk bespraken de vier vriendinnen last minute nog een vakantie. Zegt dat je niks, lees het dan hier even terug! Vandaag vertrekken ze al!
‘Tot maandag!’ riep Marit.
‘Doe voorzichtig hè?’ merkte mam op, toen Marit haar fiets pakte. Die was een beetje zwaar beladen, maar het was gelukkig niet heel ver naar het vakantiepark. ‘En heel veel plezier natuurlijk!’ ging mam verder, toen het met haar fiets goed leek te gaan.
Ze kwam aan bij hun vaste plekje en tot haar opluchting waren haar vriendinnen er al, nu kon ze tenminste in een keer doorfietsen Zolang ze fietste ging het wel, maar zodra ze langzamer ging begon hij te wiebelen.
‘Wil je een tas in mijn fietskrat stoppen?’ stelde Norah voor. ‘Je fiets ziet er niet heel stabiel uit.’
‘Eh … Het gaat op zich wel.’
‘Zeker weten?’
Hm, misschien was het wel lekker om in ieder geval één tas bij Norah in haar fietskrat te stoppen. Dan was de boel meer in evenwicht.
‘Wat heb je allemaal meegenomen?’ vroeg Lily, die enkel een schoudertas bij zich leek te hebben.
‘M’n laptop’, zei ze. ‘Tegen beter weten in hoop ik toch nog wat te kunnen schrijven. En ik heb de hele Clever reeks meegenomen, op verzoek van Eva.’
‘Supertof!’ Daar was Lily ook enthousiast over.
Ze legde de tas met spelletjes in Norahs fietskrat, maar hield haar eigen fiets ondertussen goed vast. Het scheelde niet superveel, maar wel iets.
‘Wie had gedacht dat we hier nog eens zouden fietsen?’ grinnikte Eva. Het eerste deel van de tocht naar het vakantiepark was hetzelfde als de weg naar school.
‘Ik niet’, lachte Lily. ‘Of dit nu een goed idee is weet ik niet, in mijn hoofd had ik al afscheid genomen van de route.’
‘Ik ook’, zei Marit. ‘Maar ik vind het niet erg om hier nog eens met jullie te fietsen.’ Haar gedachten dwaalden af naar drie jaar geleden. Kort na de verhuizing was ze met haar vader en Samuël gaan fietsen, samen oefenden ze de route naar school. Toen had ze niet kunnen bedenken dat ze alleen op de eerste dag alleen hoefde te fietsen. ’s Middags, na de allereerste schooldag, reed ze al met Norah, Eva en Lily mee, al kon ze zich niet meer herinneren naast wie ze toen fietste.
Het was windstil en de temperatuur aangenaam. Niet te warm en niet te koud.
‘Hoe laat kunnen we ook alweer in het huisje?’ vroeg Lily.
‘Vanaf drie uur’, wist Norah, die de boeking had afgehandeld. ‘Ik denk dat we dat wel gaan redden, misschien komen we iets later, maar dat geeft niet.
Norah kreeg gelijk, ze kwamen om kwart over drie aan op het vakantiepark. Er stond een rij auto’s bij de receptie, maar omdat zij met de fiets waren konden ze makkelijk inchecken. Het duurde niet lang voor Norah terugkwam uit het gebouwtje met twee KeyCards in handen. ‘We zitten in een huisje vlakbij het zwembad. Top hè?’
‘Zeker!’ reageerde Marit enthousiast.
‘Er is ook een schuurtje bij waar we onze fietsen kunnen neerzetten. Het zit alleen niet op slot en ik heb ook geen sleutel gekregen, dus ik denk dat we onze fietsen beter op slot kunnen zetten.’
‘Dat is altijd een goed idee’, vond Eva. ‘Als een inbreker per ongeluk je schuur open krijgt, heeft hij er niks aan omdat je fiets op slot staat.’
‘Daar heb je gelijk in.’ Marit had daar nog nooit zo over nagedacht. Als ze haar fiets thuis in de schuur zette, deed ze hem nooit op slot.
Inmiddels waren ze aangekomen bij het huisje en er bevond zich inderdaad een klein gebouwtje naast dat voor een schuur door moest gaan. Marit pakte eerst haar tassen, voordat ze hem in de schuur zette, tussen de fiets van Eva en Lily in. Norah had als eerst haar fiets geparkeerd en had de deur van het huisje geopend.
‘Het lijkt wel heel erg op dat vakantiehuisje in Zeeland’, was het eerste wat ze zei.
‘Alle vakantiehuisjes lijken op elkaar’, meende Eva. ‘Maakt niet uit naar welk vakantiepark je gaat, uiteindelijk zijn ze allemaal hetzelfde.’
‘Het enige verschil is dat deze tweepersoonsbedden niet uit elkaar kunnen’, merkte Lily op, die doorgelopen was naar de slaapkamer. ‘Wie gaat bij wie op de kamer?’
Dat maakte niemand iets uit.
‘Ik ga wel met jou op de kamer’, zei Eva tegen Lily en toen was besloten dat Norah en Marit een kamer zouden delen.
‘Vanavond halen we een patatje, toch?’
‘Yep!’
‘Zullen we dan tot het eten gaan zwemmen? Ik ben wel toe aan een verkoelende duik!’
‘Hoe kom jij aan zó veel punten?’ Ongelovig trok Marit Lily’s blaadje naar zich toe. Ze hadden een potje Clever tot de derde macht gespeeld en Marit dacht dat ze het heel goed had gedaan, maar Lily had haar verslagen.
‘Ik had drie vosjes’, lachte Lily. ‘En m’n laagste score was dertig, dus daar kreeg ik al negentig punten voor.’
‘Niet normaal’, verzuchtte Eva. ‘Ik kom totaal net boven de honderd punten uit. Hoe doen jullie dit toch?’
‘Je moet altijd kijken bij welke rij je de meeste extra’s krijgt’, beweerde Marit. ‘Dat doe ik tenminste.’
‘Dat kan wel zo zijn, maar ik vind het zonde om alleen maar enen op te schrijven in de roze rij.’
‘Dat hoeft nu ook weer niet’, vond Norah. Het verschil in punten tussen haar en Marit was minimaal. ‘Zullen we nu een potje Dobbel zo Clever doen?’
Ze hadden besloten de hele Clever serie te spelen, te beginnen bij Clever forever, zodat ze uiteindelijk bij de makkelijkste variant zouden eindigen.?
‘Goed idee, ik wil revanche’, zei Eva strijdlustig. ‘Al ben ik bang dat Marit of Lily me wel weer gaan verslaan.’
‘Zo moet je niet praten’, wees Norah haar terecht. ‘Als je van tevoren al denkt dat je verloren hebt, heeft het geen zin om aan het spel te beginnen.’
Ben jij het met Norah eens?
Liefs,
Mirjam
Kom me volgen op social media
Ja mee eens! Als je zo denkt is het spel minder leuk
Precies!