Vorige week fietsten de meiden terug van vakantie en maakten ze een tussenstop in Bunschoten-Spakenburg. Zegt dat je niks? Lees het even terug. Vandaag lees je over Marit die zich voorbereidt op haar diplomauitreiking.
‘Wat ben je allemaal aan het doen?’ James kwam haar kamer inlopen, net toen ze zich in een jurk had gehesen.
‘Ik probeer een jurk uit te zoeken’, antwoordde ze en ze kon niet voorkomen dat haar stem een beetje mopperig klonk. ‘Had ik nu toch maar een jurk gekocht toen ik met Norah, Lily en Eva aan het winkelen was.’ Tja, de enige jurk die ze echt leuk vond, paste haar niet. Hun plan om alle vier dezelfde jurk aan te trekken was in het water gevallen, daarvoor waren hun haarkleur en huidskleur te verschillend. Uiteindelijk hadden Eva, Lily en Norah alle drie een jurk gevonden, maar Marit niet. Nu spitte ze haar kast door op zoek naar iets leuks, maar er was niets te vinden.
‘Waarvoor?’ wilde James weten.
‘De diploma-uitreiking’, was haar antwoord. Vanavond was het al zo ver en ze had nog steeds niets. Diep in haar hart wist ze wel waarom ze dit moment steeds had uitgesteld. Als ze een jurk had, was alles zo definitief. Het sloeg nergens op, maar zo voelde het wel. Het was alsof ze het afscheid nog even uit kon stellen door geen jurk aan te schaffen.
‘Dit is toch prima?’ opperde James.
Marit bestudeerde haar spiegelbeeld kritisch. De diepblauwe kleur stond haar goed, maar het voelde niet als de perfecte jurk. Ze draaide een rondje en zag toen dat er op de achterkant een vlek zat.
‘Nope, dit wordt hem niet.’
‘Waarom niet?’
Ze wees naar de vlek. ‘Daarom niet.’
‘O, oké.’ James was zo verstandig dat hij er niet tegenin ging, al zag Marit dat hij er in eerste instantie wel iets van wilde zeggen. Het was inderdaad maar een klein vlekje en ze kon het vast schoonmaken, maar toch wilde ze de jurk niet aan. Vanavond wilde ze er perfect uitzien.
‘Zullen we dan maar gaan winkelen?’ stelde James voor.
Marit keek hem verbaasd aan. ‘Meen je dit?’
‘Natuurlijk. Jij wilt er goed uitzien vanavond en volgens mij …’ Hij gebaarde naar de stapel kleding op haar bed. ‘… zit er gewoon niks tussen. Dus gaan we winkelen.’
Dat liet Marit zich geen twee keer zeggen. ‘Waar wilde je heen?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik heb werkelijk waar geen idee waar je fatsoenlijk kunt winkelen. Moeten we daarvoor naar Amersfoort?’
‘Ik denk het wel.’
‘Gaan we fietsen?’ stelde hij voor.
Marit wilde bezwaar aanvoeren, maar herinnerde zich toen dat James uitstekend kon fietsen. In Cambridge verplaatste hij zich ook altijd op de fiets, iets wat ze maar gevaarlijk vond. Cambridge mocht dan wel de fietshoofdstad van Engeland zijn, erg veilig was het niet.
Niet veel later fietsten ze hand in hand naar Amersfoort, het gaf Marit een melancholisch gevoel. Drie jaar lang had ze deze route met haar vriendinnen gefietst, er lagen hier zoveel herinneringen.
‘Waar denk je aan?’ James vond zeker dat ze te stil was.
‘Aan alles wat er op deze weg gebeurd is’, antwoordde Marit. ‘Ik heb hier zoveel meegemaakt met de meiden.’
James glimlachte kort. ‘Je gaat ze missen hè?’
‘Vreselijk’, gaf Marit toe.
‘Ik … eh … ik heb geprobeerd me het voor te stellen. Wat als ik naar Nederland zou gaan en al m’n vrienden achter moest laten, dat is heftig. Ik zou ze ook vreselijk missen. Maar jullie hebben een bijzondere vriendschap, dat blijft echt bestaan, waar jullie je ook op de wereld bevinden.’
Die woorden deden haar goed en ze kneep in James’ hand om hem te bedanken.
‘En wie weet waar we gaan wonen en werken als we klaar zijn met onze studie.’
De rest van de weg legden ze af in stilte, Marit wilde het liefst nadenken over al haar herinneringen en James voelde dat goed aan.
Ze gingen een paar kledingwinkels af, maar nergens vond Marit een geschikte jurk voor de diploma-uitreiking. Ze had de moed al bijna opgegeven, toen James wees op een kleine boetiek. Het leek wel op de winkel waar ze met haar vriendinnen in Utrecht was geweest. Toen ze binnenkwam, zag ze dat er veel jurken hingen die ze daar ook had gezien. Hé, misschien hadden ze de groene jurk wel op voorraad. Ze zocht de rekken af en … hebbes, dezelfde jurk die ze in Utrecht had gepast, maar die er niet meer in haar maat was. Met trillende vingers zocht ze naar het labeltje en ja … dat was de juiste maat.
‘Wauw, die is mooi!’
Vlug vertelde ze aan James dat ze in Utrecht de jurk ook had gepast, maar dat hij te klein was geweest. ‘Dit is wel mijn maat.’
‘Passen dan!’
Ze verdween in een pashokje en ontdekte tot haar opluchting dat de jurk als gegoten zat. Even was ze bang geweest dat het model klein viel en ze hem dan alsnog niet kon dragen, maar het zat perfect.
James knikte bewonderend toen hij haar zag. ‘Je ziet er prachtig uit’, zei hij bewonderend. ‘Dit is ‘m, of niet?’
‘Zeker weten!’
Hoe lang sta jij ’s morgens voor de kast?
Liefs,
Mirjam
Kom me volgen op social media
ik pak meestal het bovenste van het stapeltje 🙂 niet zo lang dus
Heel slim!
Dat ligt er aan, als al mn favorite kleding in de was zit best lang 😉
O haha, herkenbaar. Tegenwoordig ben ik alleen zelf verantwoordelijk voor hoe lang die favoriete kleding in de was zit 😛
Nooit lang, daar heb ik geen tijd voor. ???? Echt een leuk verhaal, ik had alle hoofdstukken in 5 dagen uit.
Superleuk om te horen dat je zo van het vervolgverhaal hebt genoten! En ik heb inderdaad ook niet zoveel tijd om lang voor m’n kledingkast te staan.
Ik vindt het soms wel lastig om te kiezen hoor????. Ik denk iedere dag 5 minuten.
Herkenbaar! Ik vind het ook wel lastig om te kiezen, dus probeer ik vaak de avond van te voren mijn kleren al uit te kiezen, dat scheelt ’s morgens tijd. Maar soms ben ik het de volgende dag niet met mijn vorige keuze eens.