Twee weken geleden gaf ik een aantal tips om van één enkel idee naar een verhaal te komen. Ik beloofde ook te schrijven over wat te doen als je zoveel informatie hebt dat je door de bomen het bos niet meer zit. Daarbij komt de schrijftip van vandaag van pas: namelijk plotting…
Plotting: alle puzzelstukjes (scènes) die je voor je verhaal hebt op de goede volgorde leggen, zodat er een logisch en mooi verhaal hebt. In je verhaal wil je, natuurlijk, een zekere spanningsopbouw. Dan is het essentieel om je verhaal te ‘plotten’: je wilt de informatie immers gedoseerd vermelden. Maar hoe doe je dat? Ik zal je mijn werkwijze verklappen.
Als ik vind dat ik genoeg informatie heb verzameld ga ik een hoofdstukindeling maken. Voor mijn young adults die De Banier uitgeeft wil ik ongeveer 25 hoofdstukken per boek. Per hoofdstuk gebruik ik gemiddeld 2 of 3 scènes. Ik schuif net zo lang tot ik tevreden ben. Het is eigenlijk net als een schilder die eerst schetsen maakt voor hij aan het uiteindelijke schilderij gaat beginnen. Daarom is de hoofdstukindeling die ik maak ook nooit definitief, ik probeer de opties open te houden voor het geval sommige karakters opeens iets anders doen dan ik had gepland. Zoals Mark uit de opdracht, die opeens wel verliefd werd op Jill en Maurits in Lijmen opeens een veel grotere rol voor zichzelf opeiste.
Daarnaast blijft er een zekere overlap bestaan tussen het verzinnen van ideeën en het uitwerken hiervan in de verhaalindeling. Laat hier ook ruimte voor en beperk jezelf niet.
Het voordeel van plotten is dat je altijd weet wat er gaat gebeuren in je verhaal en je dus minder snel een writer’s block zult hebben. Ook heb je inzicht in de voortgang van het schrijven, je kunt aantonen aan jezelf (en eventueel anderen) hoe ver je bent.
Ik ben inmiddels zo verslaafd aan plotten dat ik het zelfs met mijn blogposts doe. Plot jij altijd je verhaal? Of laat je de inspiratie maar over je heen komen en zie je wel wat daar uitkomt? Laat het me weten in een reactie!
Liefs,
Mirjam
Kom me volgen op social media