Friends 4-ever // Hoofdstuk 149 // Norah

Afgelopen week kon je lezen hoe Marit het gesprek met Lily aanging. Lily vertelde haar vriendin wat haar dwars zat en waarom het niet lekker liep tussen haar en Aron. Geen idee waar ik het over heb? Klik hier om het te lezen. Vandaag lees je over Norah. Uiteraard maakt ook zij zich zorgen om Lily, maar ze heeft zo ook haar eigen problemen…

‘Komen jullie uit de kerk bij ons koffiedrinken?’ Mam keek haar vragend aan, toen Norah Ethan en zijn ouders ontwaarde.
‘Eh … nee, we hebben bij Ethan afgesproken,’ antwoordde Norah, hoe graag ze ook naar huis ging na de dienst. Abel, Jaël en Jasmijn kwamen, evenals Rick en Elize. Haar broers zag ze de laatste tijd niet zo vaak meer. Tenminste … ze sprak hen niet. Natuurlijk zagen ze elkaar wel in de kerk, maar dat was even snel zwaaien en verder niet. Door de feestdagen waren de weekenden dat ze bij Ethan waren een beetje verschoven en liep ze haar broers steeds mis. Daar moesten ze echt even verandering in brengen, bijvoorbeeld door de komende twee zondagen bij Ethan koffie te drinken. Maar bah, daar had ze helemaal geen zin in. Het was al weken geleden dat Ethans vader haar had ondervraagd over haar vervolgopleiding, maar vrijwel iedere zondag dat ze er was wist hij wel een vraag te stellen waardoor ze zich onzeker voelde over de keuze die ze had gemaakt, hoewel er nog niks definitief was.
Ethan knikte haar toe als begroeting, elkaar een kus geven bij de kerk was wel een beetje gek. Norah liet haar hand in de zijne glijden en samen liepen ze naar binnen, achter Ethans vader aan.
‘Hoe is het?’ fluisterde ze, toen ze eenmaal zaten.
‘Hm,’ bromde Ethan en ze keek hem onderzoekend aan. Hij zei verder niets en ze besloot ook niets te vragen. Zeker met z’n verkeerde been uit bed gestapt.
Norah kon zich maar moeilijk concentreren op de preek, er waren zoveel vragen die door haar hoofd spookten. Allereerst maakte ze zich zorgen om Lily, maar Marit had haar ervan verzekerd dat de boel ‘onder controle’ was en dat het ‘vanzelf weer goed zou komen’. Daarnaast gingen haar gedachten aan  het onvermijdelijke moment bij Ethans ouders. Wat zou zijn vader nu weer vragen? Of ze nog eens had nagedacht over haar opleidingskeuze? Of zou hij het deze keer bij een steek onder water houden? Ze probeerde haar gedachten te stoppen, maar het leek wel hoe harder ze haar best deed om naar de dominee te luisteren, hoe harder de stemmen in haar hoofd schreeuwden om haar aandacht. Beschaamd merkte ze dat ze helemaal niets van de preek had gehoord, toen de dominee “amen” zei. Aan een kant was het maar fijn dat ze bij Ethan thuis niet napraatten over de preek, nu zou het tenminste niemand opvallen dat ze niet had geluisterd.
‘Zullen we maar meerijden?’ vroeg Ethan, toen ze even later de kerk uit stapten. ‘Het is ontzettend koud.’ Ethan liep meestal naar de kerk, terwijl zijn ouders met de auto kwamen. Ze liepen dan ook samen terug, maar af en toe, als het regende bijvoorbeeld, besloten ze ook met de auto terug te gaan. Onzin eigenlijk, het was een kippenstukje.
‘Hm, ik vind even wat frisse lucht wel lekker,’ probeerde Norah, die het liefst nog even wat tijd met Ethan doorbracht.
‘Oké dan.’
In stilte liepen ze naar Ethans huis, hij zei onderweg helemaal niets.
‘Wat is er aan de hand?’ waagde Norah te vragen, toen ze er bijna waren.
‘Niks.’
‘Waarom ben je dan zo stil?’
‘Heb ik zin in.’
Pfft. Hij was écht met z’n verkeerde been uit bed gestapt!
‘Het zingen schoot vandaag niet echt op, vonden jullie wel?’ merkte Ethans moeder op, toen ze de koffie in dampende mokken had geschonken en iedereen een grote, gevulde koek had gegeven.
‘Melis speelde,’ zei Ethans vader, alsof dat alles moest verklaren. ‘Hij moet het nog leren. Ik zal ‘m er eens op aanspreken.’
Arme Melis.
‘Zeg Norah. Hoe veel weken heb je nog les?’ Ethans moeder keek nu haar nieuwsgierig aan. Zo oppervlakkig bleef het dus bij haar vriend thuis. Iemand zei iets over het zingen, heel soms werd een situatie van een gemeentelid besproken, als er voorbede was gevraagd, maar dat was het ook. Gelukkig kon ze er met Ethan wél over praten, maar het stond haar zo tegen. Hoewel … vandaag had ze zelf ook niet geluisterd.
‘Eh … ik weet het niet precies. Ergens in april hebben we de laatste lesdag.’
‘Kijk je ernaar uit?’
‘Nee. Nog niet,’ flapte ze eruit. Oeps. Als ze niet uitkeek bracht ze het gesprek zelf op het onderwerp waar ze juist niet over wilde praten.
‘Vind je het zo leuk op school?’
‘Ach … ik heb het gezellig met m’n vriendinnen en ik vind het zo wel prima. Als we eenmaal van de middelbare school af zijn, zullen we elkaar veel minder vaak zien.’
‘Dat is een ding dat zeker is. Je probeert meestal wel contact te houden, maar het verwatert altijd.’
Norah voelde haar maag samentrekken bij die woorden. Nee, wat zij met haar vriendinnen had was anders. Ze zou Lily, Eva en Marit niet uit het oog verliezen, zelfs niet als Marit inderdaad naar Engeland zou verhuizen. Hun vriendschap was meer dan oppervlakkig gegiechel en loze beloften. Maar goed, dat zou ze toch niet kunnen uitleggen aan Ethans ouders.
‘Ik hoop het niet,’ zei ze daarom dapper.
‘Zullen we nog een rondje lopen?’ stelde Ethan voor, toen ze de koffie op hadden. Norah keek hem verbaasd aan. Net had hij geen zin in lopen gehad en nu wilde hij vrijwillig naar buiten. Wat was er aan de hand? Ondanks een lichte ongerustheid besloot Norah haar laarzen aan te trekken en zich weer warm aan te kleden.
Een hele tijd liepen ze in stilte naast elkaar. Meerdere keren stond ze op het punt die te verbreken, maar steeds hoopte ze dat Ethan iets zou zeggen.
‘En nu houd je me niet langer voor de gek, wat is er aan de hand?’ Norah probeerde zo streng mogelijk te klinken, al vond ze het ook wel spannend om Ethan aan te spreken als hij in zo’n bui was, zelfs al hadden ze al tweeënhalf jaar verkering.
Hij glimlachte flauwtjes. ‘Niet zoveel. Ik heb alleen barstende koppijn.’
Dat verklaarde de boel. Opgelucht liet Norah haar adem ontsnappen. Kennelijk was ze diep vanbinnen toch ergens anders bang voor geweest.
‘Heb je al wat ingenomen?’
Ethan keek haar verstoord aan. ‘Natuurlijk. Al zo vaak.’
‘Sorry hoor,’ mompelde Norah.
‘Kom, dan gaan we even zitten.’ Ethan wees naar een bankje, dat nog een beetje wit was door de vorst.
‘Eh …’
Hij grijnsde, knoopte z’n sjaal los en legde die op het bankje. ‘Zo, dan krijgen we geen natte billetjes.’
‘Billetjes?’
‘Pardon, ik bedoelde natuurlijk derrière.’
Het stelde haar gerust dat Ethan grapjes maakte, maar ze wist ook wel dat hij het deed zodat zij zich minder zorgen zou maken. Ze kende hem langer als vandaag.
‘Waar zit de hoofdpijn precies?’ vroeg ze.
‘Eh … overal?’ Hij keek haar hulpeloos aan. ‘Eh … ik weet het niet precies. Ik voel het vooral voorin m’n hoofd.’
‘En sinds wanneer heb je er last van?’
‘Eh … al tijden. Af en aan.’
Geschrokken haalde Norah haar telefoon tevoorschijn en tikte wat in.
‘Zullen we maar naar de huisartsenpost gaan? Misschien heb je wel …’
Ethan legde geruststellend zijn arm om haar heen. ‘Ik denk eerder dat ik naar de opticien moet.’
‘Maar … je hebt toch lenzen?’
‘Ja, maar het is al tijden geleden dat ik m’n sterkte heb laten opmeten, dat kan veranderd zijn.’ Hij zweeg even. ‘Misschien dat ik wel een bril neem. M’n ogen zijn heel erg droog en dat geeft ook irritatie.’
Norah keek haar vriend onderzoekend aan. Ethan en een bril. Dat zou best gek zijn, maar er waren vast wel modellen die hem zouden staan. Zo’n rond, goudkleurig montuur bijvoorbeeld. Dan zou hij er echt uitzien als een dichter of schrijver uit de jaren ’30. Ze giechelde.
‘Lach je me nu uit?’
‘Ik zou niet durven!’

Ethan en een bril, lijkt dat je wat?

Liefs,

Mirjam

4 Reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.