Herinner je nog wat er vorige week gebeurde? Lily, Eva en Norah gingen vanuit Nederland met de trein naar Londen, terwijl Marit vanuit Cambridge ook afreisde om haar vriendinnen te zien. Zegt het je helemaal niks? Check dan even deze link. Vandaag lees je over Marit, die nog steeds in Cambridge is.
Marit kauwde gedachteloos op het uiteinde van haar pen en staarde voor zich uit. Ze keek uit op een van de prachtigste parken van Cambridge, maar ze kon er niet echt van genieten. Gisteravond, bij het afscheid van haar vriendinnen was het écht tot haar doorgedrongen wat het zou betekenen als ze naar Engeland zou verhuizen. Steeds zou ze Norah, Eva en Lily met z’n drieën achter moeten laten. De afgelopen weken had ze er al vaker over gepiekerd, maar nu kwam het besef echt binnen. Kon ze dat? Wilde ze dat? Niet voor het eerst had ze het gevoel dat haar keel dichtkneep als ze eraan dacht. Ongeveer hetzelfde gevoel als ze had wanneer ze afscheid nam van James. Dat was de andere kant van het verhaal. Als ze haar leven in Nederland opgaf, betekende dat wel dat ze bij James in de buurt kon zijn. Was er maar een manier waarop het allebei kon?
Ze legde haar pen neer, voordat ze die kapot zou kauwen en bedacht dat er toch niets van schrijven zou komen, net zoals de andere dagen. Op deze manier kreeg ze haar verhaal natuurlijk niet af voor de examens. De examens, nog zo’n onderwerp waar ze absoluut nog niet over na wilde denken.
‘Marit, kom je theedrinken?’ Hm, misschien kon ze het met Amy hebben over haar almaar rondcirkelende gedachten. James’ moeder voelde haar stemming altijd goed aan en ze kon met haar echte gesprekken voeren. Meer nog dan met haar eigen moeder, hoewel dat de laatste tijd ook beter ging.
Amy had de thee al ingeschonken, voor Marit een smaakje, niet de echte, zwarte Engelse thee. Ook lagen er verschillende koekjes en cakejes op een schotel. Het was de eerste keer sinds zondag dat Marit zo uitgebreid theedronk. De andere dagen was Amy aan het werk geweest en vond Marit het niet nodig om voor zichzelf koekjes en thee te pakken.
Amy keek haar onderzoekend aan. ‘Hoe gaat het?’
Marit haalde haar schouders op, ze wilde niet meteen haar gevoel weggeven, maar doen alsof er niets aan de hand was lukte haar ook niet.
‘Niet zo dus’, concludeerde Amy, ze doorzag haar altijd meteen. ‘Hoe komt dat?’
‘Ik weet het niet’, antwoordde Marit. ‘Het schrijven lukt niet en ik voel me … nou ja, somber.’ Leek ze meer op haar moeder dan ze dacht? Nee, dit was heel anders, toch?
‘Zie je op tegen je examens?’ vroeg Amy vriendelijk.
‘Ja’, antwoordde Marit naar waarheid. ‘Niet omdat ik bang ben dat ik ze niet ga halen, maar … om wat het betekent.’
‘Het einde van een tijdperk’, vulde Amy in. ‘Dat is nooit makkelijk. Heb je wel zin in je studie in Engeland?’
‘Ja. Maar … ik …’ En toen deelde Marit al haar twijfels met Amy, dat ze zich afvroeg waar ze goed aan deed. Amy zei niets, af en toe knikte ze, maar dat was ook het enige.
‘Hoelang zit je hier al mee?’
‘Eh … een paar weken’, gaf Marit toe.
‘Heb je het al weleens met James besproken?’
Ze schudde haar hoofd. ‘James is druk met zijn achterstand op school inhalen, hij kan mijn problemen er echt niet bij hebben.’
Amy grinnikte. ‘Grappig, hij zegt altijd precies hetzelfde als ik zeg dat hij zijn problemen met jou moet delen. Praat erover, James maakt zich ook zorgen om je.’
‘Dus je wilt eigenlijk niet in Engeland wonen?’ Marit hoorde de onmiskenbaar plagende toon in James’ stem. Van ergernis gaf ze hem een duw.
‘Als je zo doet niet, nee.’
‘Sorry’, bood hij oprecht zijn excuses aan. ‘Het was niet mijn bedoeling om vervelend te zijn. Maar wat is precies het probleem?’
‘Het probleem is dat ik niet wil kiezen, maar dat wel moet. En ja, ik heb voor Engeland gekozen, ik heb me aangemeld bij verschillende universiteiten. Maar wat als ik overal word afgewezen?’
‘Met jouw hoge cijfers? Kleine kans! Dat komt heus wel goed.’ James streelde over haar wang en keek haar liefdevol aan. Op momenten als deze wilde ze nooit meer weg uit Engeland en begreep ze ook niet goed wat het probleem was. ‘Maar wie zegt dat je voor altijd voor Engeland moet kiezen?’
Ze keek hem bevreemd aan.
‘Als we klaar zijn met onze studie kunnen we ook in Nederland gaan wonen, we zijn niet verplicht om hier te blijven. We moeten vooral niet krampachtig aan het idee vasthouden dat dit ons thuis is.’
Die woorden verbaasden Marit.
‘Dus jij zou naar Nederland willen verhuizen?’
‘Nu nog niet’, zei James. ‘Tenzij jij absoluut niet naar Engeland wil komen. Maar in de toekomst … wie weet wat er allemaal gebeurt. We kunnen ons nu heel druk maken over morgen en later, maar wat heeft het voor zin? We weten toch niet wat er gebeuren gaat.’
‘Dat is waar’, zei Marit en ze voelde zich al een stuk lichter.
‘Soms moet je niet te ver vooruitkijken, alleen de volgende stap nemen en daarna zie je het wel weer’, ging James verder.
‘Wat zeg je toch wijze dingen’, merkte Marit op.
‘Ik ben dan ook een heel wijs persoon’, grinnikte James, maar hij werd al snel weer serieus. ‘Bovendien staat dat ook in de Bijbel, dat je je niet druk moet maken over de dag van morgen, dus jij had het ook kunnen weten.’
‘Je hebt gelijk’, gaf Marit toe. Normaal gesproken kostte dat haar veel meer moeite, maar vandaag rolden de woorden als vanzelf over haar lippen.
‘Wen er maar aan, dat heb ik meestal.’
Vind jij het moeilijk om het toe te geven als iemand gelijk heeft?
Liefs,
Mirjam
Kom me volgen op social media
Hmm, soms?
Snap ik 🙂
ligt eraan over welk onderwerp het gaat 😉
Ja, dat is eigenlijk best logisch.